Sunday 7 December 2014

Nepal


We gaan naar Nepal, maar wat gaan we er doen? Voor veel bestemmingen ligt dit voor buitensporters voor de hand, maar Nepal vinden Martijn en ik lastig.  Er zijn gigantische hoge bergen, maar we weten niet zeker of we op zoek zijn naar de ontberingen van alpiene beklimmingen boven de 6000m. Ook kennen we Nepal niet goed en is het moeilijk informatie te vinden over het opzetten van zo een tocht.  Maar alleen wandelen in het land is ook niks. Uiteindelijk kiezen we voor een combinatie, eerste twee weken mountainbiken op de Annapurna trek, in het westen van het land.  En het tweede gedeelte van de vakantie richting Everest gebied. Voor een trek met toch een behoorlijk alpien karakter en op een redelijke hoogte.

De aankomst in Kathmandu is verassend, het regent onophoudelijk, later blijkt dat ook veel vliegtuigen die dag niet kunnen landen. Martijn komt uit Nederland en ik uit Nieuw Zeeland, we hebben allebei geluk en kunnen landen. We horen wat later dat er in het Annapurna gebied flink slecht weer is geweest, met veel sneeuw en lawines. Na overleg met onze MTB gids lijkt het geen probleem nog steeds die kant op te gaan. Voor het vertrek richting bergen maken we nog een tocht rond Kathmandu om te checken of onze fiets heel over zijn gekomen.  Door de regen van gisteren is het uitzonderlijk helder.

Dan vertrekken we met de jeep, met de bikes op het dak richting Annapurna. Het is niet veel meer dan 200 km, maar de wegen zijn matig en druk en het duurt een kleine dag. Dan begint de tocht, plan is eerste omhoog te gaan naar een pas op 5400m, en dan weer aan de andere kant naar beneden.  Ondertussen slapen we in soort van herberg, redelijk primitief maar goed te doen. De meeste bagage gaat met onze drager mee, op sommige stukken kan hij met de jeep en op andere stukken moet hij lopen.  Het blijkt al snel dat er veel regen is gevallen. Op dag 2 moeten we omkeren en een andere route nemen, de weg is volledig overspoeld door water.


De dagen erna komen we steeds hoger de bergen in. Het vele water verandert in sneeuw. Eerste ver boven ons, tot het moment dat we rond de 4000m ook zelf in de sneeuw belanden. We twijfelen dan ook of we nog wel verder kunnen naar de pas.


Het blijkt ook lastig aan informatie te komen over de route. We krijgen tegenstrijdige verhalen of de pas überhaupt open? En dan zitten we nog met onze fietsen. Normaal hoef je alleen bergop de fiets een stukje te dragen, maar onder deze omstandigheden zouden we zomaar twee dagen lang aan het dragen kunnen zijn. Ook zijn de fiets schoentjes niet het meest geschikt voor besneeuwd terrein. We ontwikkelen een alternatief. Afdalen aan onze kant en dan met een kleine vliegtuigje naar de andere kant van de pas. Het lijkt eerst ver gezocht, maar uiteindelijk eigenlijk de allerbeste optie.


Twee dagen later zijn we aan de andere kant van de pas! De omgeving hier is volledig anders, het is veel droger en ook de kwaliteit van de paden is een stuk beter. We fietsen eerst weer een dag omhoog richting een dorp aan de voet van de pas. Vanaf dan kan de pret beginnen, met een hele lange afdaling van meer dan een dag. Voor wandelaars duurt deze meestal 3 of 4 dagen. Er zitten een paar fantastische stukjes tussen...


Daarmee eindigt dan onze MTB tocht, op naar luxe in het dal. En dan richting Everest! Daarover meer in de volgende blog...

Sunday 27 April 2014

Thailand

Iedere klimmer moet een keer in Thailand zijn geweest. En met 12 uur vliegen vanaf New Plymouth is het dichtbij. Voor Nieuw Zeelandse begrippen dan. Als klim vriend Chris vertelt dat hij een ticket heeft geboekt is mijn beslissing gemaakt. Chris' maand vakantie kan ik niet vinden, maar 10 dagen zit er zeker in!

De heen reis gaat niet goed. Ik ben slachtoffer van het beruchte weer in New Plymouth. Het vliegtuig naar Auckland gaat niet. Ik overweeg te rijden maar dat wordt te gek. Air NZ boekt me op een alternatieve vlucht, maar daar gaat het een en ander fout. Uiteindelijk ben ik 55 uur later in Thailand. Uit frustratie over de verloren tijd neem ik 3 uur een taxi om bij de rotsen te komen. Een uitspatting die je je in Thailand voor 50 euro nog een keer kunt permitteren.

Over water kom ik dan aan op Tonsai Beach, en de rotsen eromheen. Het uitzicht is gelijk prima:


Het klimmen speelt zich ook voor een deel van het strand af. Je kunt ook een stukje de jungle inwandelen, of naar een andere strand gaan. Alles te voet. De zon alles bepalend. Die moet je vermijden. De temperatuur overdag was 36 graden in Tonsai. Dan in de schaduw klimmen vraagt al veel motivatie. Maar de prachtige rotsen en uitzichten vergoeden veel.

 
Buiten het klimmen in Tonsai speelt het leven zich af vooral af bij de strand hutten. Uit ontbijt met veel fruit, lunchen en avond eten met rijst die vaak behoorlijk pittig kan zijn maar wel superb lekker en uiternmate betaalbaar. Ook aan een biertje na het klimmen is makkelijk te komen of andere middelen om de geest te misleiden als dat gewenst is. Chris en ik slapen in het meest simpele hutje op Tonsai denk ik, we hebben allebei een betonnen bunker met een fan die 12 uur per dag werkt. Maar als je er alleen slaapt is dat prima. We hebben maar een wekker nodig want die hoor je in allebei de hutten.
 
We klimmen vooral. Op de rust dag gaan we nog een een dorp in. Met de boot, 45 minuten dat wel. De boot hapert een tijd maar wordt kundig gerepareerd door onze kapitein.
 
 
De absolute must in Thailand is tot slot DWS. Deep water solo. Klimmen zonder touw en dan vallen in het water. Ik kan jullie vertellen dat het spannend is. 5 meter gaat wel, maar boven de 10 is al vrij snel heel spannend. Op de foto hieronder onze locale klim maat Alan, een meter of 12 hoog denk ik. Ik ben ook wel tot daar gekomen. Maar toen weer naar beneden gegaan. Klimmend. Want dat was allemaal toch wat spannend.!
 
 
Na zeven dagen Thailand moest ik weer terug. Dat ging soepel. En gelukkig eerst nog 5 dagen luxe vakantie met Tennille voor dat het werk weer begint. Daarover snel meer.